Uitdagingen en oplossingen Jeugdzorg

De decentralisatie van de jeugdzorg is één grote uitdaging voor gemeenten en zorgaanbieders. Hieronder probeer ik aan te geven welke antwoorden er zoal mogelijk zijn op de verschillende vragen die de revue zullen passeren de komende tijd.

1. Uitdaging: Burger/cliënt heeft geen toegang tot het eigen (zorg)dossier.

Oplossing: Door te werken met één systeem kan iedere burger via de website van de gemeente toegang krijgen tot het eigen (zorg)dossier.

2. Uitdaging: De burger/cliënt wil een laagdrempelige toegang.

Oplossing: Er wordt onderscheid gemaakt tussen een Frontoffice en een Backoffice.
Het Frontoffice is lokaal ondergebracht bij de gemeente en bevat de functies ‘Zorgloket’, ‘Centrum voor Jeugd en Gezin’, ‘Sociale Dienst’, ‘Klantcontactcentrum’ en ‘Werkplein’.
De Backoffice werkt voor meerdere gemeenten en heeft als taak de administratieve afhandeling van zorgtrajecten m.b.t. cliënten en zorgaanbieders.

3. Uitdaging: Elke gemeente vindt weer het wiel uit, m.a.w. er wordt te weinig samengewerkt.

Oplossing: Niet alle (zorg)functies hoeven bij één gemeente te worden ondergebracht.
Samenwerking betekent ook dat burgers weliswaar een zorgvraag kunnen stellen bij de ene gemeente, maar bij een andere gemeente zorg ontvangen.
Elke gemeente beschrijft m.b.v. de zgn. DAP-kaartensystematiek de eigen producten en diensten. Op deze wijze is een vergelijking van zorgproducten goed mogelijk.
Bovendien kunnen ketenpartners (= gemeenten en zorgaanbieders samen) via het systeem met elkaar communiceren.

4. Uitdaging: De regiefunctie binnen de zorgverlening ontbreekt.

Oplossing: Wanneer gemeenten gaan samenwerken kan worden besloten om met één of meerdere regisseurs te gaan werken, bijv. per gemeente één regisseur.
De voornaamste taak van de regisseur is de coördinatiefunctie tussen enerzijds de cliënt/gezin en anderzijds de hulpverlenende instanties.
De regisseur werkt samen met een procescoördinator. Hij/zij is o.m. verantwoordelijk voor de inrichting van het systeem, waar het gaat om de rechtenstructuur bij de zorgaanbieders.
Elke zorgaanbieder heeft een procesbeheerder die de processen van de eigen organisatie vaststelt en onderhoudt.

5. Uitdaging: Kennis en expertise is niet aanwezig binnen kleinere gemeenten.

Oplossing: In sommige gevallen hebben we te maken met veel kleine gemeenten waar zorgactiviteiten worden uitgevoerd door medewerkers met dikwijls te weinig ervaring en/of te weinig opleiding.
Samenwerking tussen verschillende gemeenten zal er voor moeten zorgen dat deze kennis en ervaring in voldoende mate aanwezig zijn.
Ook zal er meer eenduidigheid en uniformiteit moeten komen in de verschillende opleidingsmogelijkheden.

6. Uitdaging: Verantwoording van zorgaanbieders naar gemeenten laat vaak te wensen over. Controle op de bestede zorggelden wordt niet of onvoldoende uitgevoerd.

Oplossing: Eén systeem betekent dat bestede gelden op dezelfde wijze kunnen worden geregistreerd, m.a.w. de gemeente weet aan welke zorgaanbieder zij welke activiteiten heeft uitbesteed en de zorgaanbieder weet wat hij te verantwoorden heeft.
Beleidgestuurde contractfinanciering is met één systeem meer gewaarborgd.

7. Uitdaging: De informatievoorziening kan beter (stelselniveau, ketenniveau en niveau individu).

Oplossing: De procescoördinator bij de gemeente stelt periodiek rapportages op t.b.v. de keten.
Elke procesbeheerder bij een zorgaanbieder is verantwoordelijk voor het genereren van de eigen stuurinformatie (lees: informatie om het eigen proces te monitoren)

8. Uitdaging: Preventieve zorg blijft in veel gevallen achterwege. jaarlijkse groei jeugdzorg 7,4% (2007).

Oplossing: Het systeem dat wij voor ogen hebben waarschuwt wanneer bepaalde (zorg)activiteiten moeten worden uitgevoerd. Het werkt preventief.
Zodra een cliënt in zorg is genomen volgen er periodiek meldingen waarop de regisseur moet reageren. Dit kan bijv. inhouden dat er een toetsing moet plaatsvinden welke resultaten op de zorgverlening er behaald zijn.

9. Uitdaging: Toekomstige zorgvraag is zeer onzeker.

Door wijzigingen in de wet- en regelgeving kunnen gemeenten en zorgaanbieders geconfronteerd worden met nieuwe en/of gewijzigde vormen van zorg. De werking van het systeem maakt het mogelijk dat de daarmee samenhangende processen eenvoudig kunnen worden tussengevoegd (zie ook pnt. 13)

10. Uitdaging: Vaak is niet bekend wie wat aan zorg mag leveren.

Oplossing: Gemeenten die gaan samenwerken binnen een bepaalde regio gaan in principe overeenkomsten aan met alle zorgaanbieders en welzijnsorganisaties; zgn. bestuurlijke aanbesteding. Dit zijn flexibele contracten met inhoudelijke afspraken en een formele overlegstructuur.
De regisseur is m.b.v. het systeem prima op de hoogte van de mogelijkheden bij verschillende partijen in het veld.

11. Uitdaging: Er is onvoldoende afstemming tussen zorgvraag en zorgaanbod.

Oplossing: Iedere burger/cliënt en iedere ketenpartner heeft, wanneer zij daartoe de rechten hebben, toegang tot het systeem zodat te allen tijde kan worden bekeken welke zorgproducten er geleverd kunnen worden, waar een cliënt zich in de zorgketen bevindt en welke samenwerking er is tussen de diverse ketenpartners.
12. Uitdaging: Nieuwe zorgaanbieders krijgen moeilijk toegang tot de markt.

Oplossing: Gemeenten zullen initieel alle mogelijke zorgaanbieders in de regio opnemen in het systeem. Hierbij wordt aangegeven welke kennis en expertise de betreffende instelling heeft.
Op basis van vooraf vastgestelde criteria (outcomecriteria) zullen deze aanbieders worden benaderd teneinde bepaalde zorgprocessen te kunnen uitvoeren.

13. Uitdaging: Hoe gaan we met de regeldruk jeugdzorg om?

Oplossing: Alle afspraken liggen vast in één systeem zodat elke ketenpartner te allen tijde weet welke taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden hij heeft. Aanpassingen die van toepassing zijn in de vigerende wet- en regelgeving kunnen zeer flexibel worden tussengevoegd.

14. Uitdaging: Zorgaanbieders kunnen niet met elkaar worden vergeleken.

Oplossing: De kennis en expertise per zorgaanbieder liggen vast in het systeem, zodat de regisseur een juiste keuze kan maken welke zorgaanbieder het beste kan worden ingezet.

15. Uitdaging: In veel gevallen zijn er teveel zorgaanbieders onnodig actief binnen een gezin.

Oplossing: Het werken met één systeem heeft als voordeel dat de regisseur inzicht heeft in:

  • Alle ketenpartners en cliënten;
  • Waar een cliënt zich bevindt in een traject of zorgproces (een cliënt kan in meerdere trajecten en/of processen voorkomen);
  • Welke vormen van zorg er op een bepaald moment worden geleverd in een wijk of gemeente;
  • Wat de effecten op de zorgverlening zijn geweest na een bepaalde periode.

16. Uitdaging: Geautomatiseerde systemen zijn niet op elkaar aangesloten waardoor er geen eenduidigheid bestaat in de vele gegevens.

Oplossing: Het voordeel van het werken met één systeem is, dat er gebruik kan worden gemaakt van één gegevensset. Deze gegevens hoeven maar eenmaal te worden ingevoerd.

17. Uitdaging: Zorgaanbieders hebben verschillende werkwijzen.

Oplossing: De proceshiërarchie bestaat uit de volgende opbouw: keten / proces / functie / activiteit.
Een voorbeeld hiervan is:
A. Jeugdzorg (keten)
B. Jeugd-GGZ (proces)
C. Intake (functie)
D. Invoeren cliëntgegevens (activiteit)
De regisseur geeft aan wie een bepaald proces en/of functie mag uitvoeren. Dit kan de gemeente zelf zijn (eerstelijnszorg) maar ook een bepaalde zorgaanbieder (tweedelijnszorg).
De functie, die bestaat uit meerdere activiteiten wordt door de zorgaanbieder zelf ingevuld, zij het dat de regisseur daar bepaalde (controle)eisen aan kan stellen.
Eventueel kunnen medewerkers activiteiten buiten de eigen organisatie uitvoeren m.b.v. een smartphone of een tablet.
De beëindiging van een activiteit, proces of traject geschiedt volledig automatisch, waarbij andere ketenpartners die in het proces zijn betrokken hiervan een melding krijgen.
Activiteiten kunnen volgtijdelijk, gelijktijdig of overlappend worden uitgevoerd.

18. Uitdaging: De privacy m.b.t. de uitvoering van processen is niet altijd gewaarborgd.

Oplossing: Als gevolg van de vele actoren die deel uitmaken van het sociale domein is het noodzakelijk dat er gebruik wordt gemaakt van een zeer flexibele autorisatie- en rechtenstructuur.

19. Uitdaging: Fraude is in veel gevallen moeilijk op te sporen.

Oplossing: In de meeste softwaresystemen worden controles achteraf uitgevoerd waardoor veel correctieve maatregelen nodig zijn teneinde de systemen beheersbaar te houden.
Dit kost veel geld en is ook fraudegevoelig.
In 2014 wordt euro 5 mln. en vanaf 2015 euro 10 mln. euro per jaar door het Rijk geïnvesteerd in fraudebestrijding.
Het voorgestelde systeem is zo opgebouwd dat controles vooraf worden uitgevoerd waardoor risico’s nagenoeg zijn uitgesloten en dus fraude in de kiem kan worden gesmoord.
Hiermee kan ongeveer 20% op de administratieve lasten worden bespaard. Er hoeven immers geen correctieve maatregelen te worden genomen.